Belangrijkste wijzigingen nieuwe versie NSP

De nieuwe versie van het NSP is afgelopen vrijdagmiddag ingediend en vandaag openbaar gemaakt. De Europese Commissie zal dit NSP naar verwachting binnen 6 tot 8 weken goedkeuren. Onderstaand een eerste overzicht van de belangrijkste wijzigingen t.o.v. de vorige versie.

Basisvoorwaarden/GLMC’s

De GLMC’s zijn onderdeel van de basisvoorwaarden waaraan je moet voldoen om in aanmerking te komen voor uitbetaling van een GLB-subsidie. De volgende GLMC’s zijn gewijzigd:

GLMC4 (verplichte (verbreding van) bufferstroken langs waterlopen):

  • langs KRW-waterlichamen en ecologisch kwetsbare waterlopen moeten nog steeds bufferstroken van 5 meter worden aangehouden;
  • langs overige watervoerende sloten moeten er nu 3 meter brede bufferstroken worden aangehouden in plaats van 2 meter;
  • de volgende uitzonderingen gelden:

GLMC6 (minimale bodembedekking):

op niet-productieve percelen moet vóór 31 mei een groenbemester worden ingezaaid en deze mag niet vernietigd worden vóór 31 augustus. Daarnaast is als extra eis opgenomen dat op kleigronden minimaal 80% van het landbouwareaal op bedrijfsniveau bedekt moet zijn gedurende een periode van 6 weken tussen 1 augustus en 1 november. Die bedekking kan bestaan uit een gewas, gewasresten, stoppels en of mulchen.

GLMC7 (gewasrotatie):

  • vanaf 2023 zorgt de landbouwer ervoor dat er elk volgend jaar op minimaal 1/3 van zijn bouwland gewasrotatie plaatsvindt, onder voorwaarde dat na 4 jaar op elk perceel een ander gewas als hoofdteelt wordt verbouwd. De jaarlijks verplichte gewasrotatie op minimaal 1/3 van het areaal kan ook worden ingevuld met een of meerdere volgteelten na de hoofdteelt binnen hetzelfde kalenderjaar, tot de inzaai van het hoofdgewas van het volgende jaar, mits de volgteelt bestaat uit een andere gewassoort dan de hoofdteelt. Daarnaast geldt, in aansluiting op het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, vanaf 1 januari 2023 op zand en löss als aanvullende verplichting, dat er één keer per vier jaar een rustgewas behoort te worden geteeld. Vanaf 2027 is dit 1 maal per 3 jaar;
  • Op zware kleigrond waar het noodzakelijk is om grondbewerking uit te voeren in de herfst, wordt gewasdiversificatie toegestaan met minimaal drie teelten, waarbij het hoofdgewas, bestaande uit wintertarwe, wintergerst, winterkoolzaad of winterraapzaad op maximaal 75% van het bouwland mag voorkomen. De derde teelt behoort op minimaal 5% van het bouwland voor te komen.

GLMC10 (bufferstroken langs droge sloten)

Deze GLMC is toegevoegd, met als eis dat langs droge sloten (waar tussen 1 april en 1 oktober geen water in staat) een bufferstrook van 1 meter aangehouden moet worden.

Eco-regeling

In de eco-regeling zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd (deze zijn grotendeels al eerder bekend gemaakt):

  • De puntentoekenning en vergoeding van eco-activiteiten is geactualiseerd en geoptimaliseerd;
  • De regiokaart is aangepast om zo een logische indeling op basis van een dominant bouwplan te bewerkstelligen;
  • De eco-activiteit ‘vezelgewas’ is toegevoegd aan de ecoregeling;
  • De instapeisen voor de eco-regeling voor landschap en biodiversiteit worden in 2023 eenmalig versoepeld omdat de derogatie van GLMC7/8 niet geldt voor de eco-regeling;
  • De simulatietool wordt niet op 1 oktober, maar begin november beschikbaar gemaakt. Deze versie van de tool bevat nog geen koppeling met de eigen bedrijfssituatie (o.a. bufferstroken en landschapselementen) en recente wijzigingen in het NSP zijn beperkt verwerkt. Dit wordt aangegeven in de tool. RVO streeft ernaar stapsgewijs aangevulde versies beschikbaar te stellen, waarna rond 1 februari de volledige functionaliteit beschikbaar is.

Derogatie GLMC7 en 8 werkt niet door in eco-regeling en ANLb

De derogatie van GLMC7/8 geldt niet voor de eco-regeling en het ANLb. In het NSP staat hierover: “voor niet-productief areaal bij de eco-regeling en het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is de derogatie niet van toepassing.

Tijdlijn voor aanmelding/openstelling

Om onzekerheden weg te nemen, en de deelnamebereidheid en uitvoerbaarheid te vergroten, worden de tijdlijn voor aanmelding en openstelling voor de basisinkomenssteun en eco-regeling, en ook de beschikkingsperiode voor het ANLb, aangepast. Zo wordt de aanmelding voor de basisinkomenssteun en eco-regeling op 1 maart gestart en op 15 mei gesloten. Voor het ANLb wordt de beschikkingsperiode verruimd en afgestemd op de aanmelding voor de eco-regeling. De provincies nemen in overleg met de collectieven nog een besluit hierover.

2023 als leerjaar

De landschapskaart en de nieuwe onderdelen in het NSP zorgen voor een aanzienlijke aanpassing in de werkwijze en beschikbare informatie in 2023. Het in gebruik nemen van de landschapskaart vraagt van de aanvragers een extra administratieve handeling, afhankelijk van het aantal percelen dat een aanvrager in gebruik heeft. Volgens RVO kan dit oplopen van circa 14 uur (gemiddeld bedrijf) tot 27 uur (bij veel percelen).

Dit zorgt daarnaast voor een grotere kans op administratieve fouten bij de aanvragers. Onzekerheid hierover kan de ambitie voor eco-regeling en ANLb verminderen. Daarom wordt voorgesteld om 2023 als leerjaar te zien en voor zowel het ANLb, de eco-regeling als basisinkomenssteun te werken op basis van verantwoord vertrouwen en te kijken hoe dat in 2023 in het sanctieregime kan worden toegepast. Als via controles bijvoorbeeld blijkt dat er iets niet goed geregistreerd is, volgt daar in het eerste jaar niet altijd een sanctie op. Hierdoor zal er mogelijk een EU-conformiteitsrisico ontstaan; dit risico is niet te voorkomen en zal bij de uitwerking van het aangepaste regime zoveel mogelijk gereduceerd worden.

Documenten

Zie alle documenten via deze link. Verdere detailanalyse/-informatie volgt nog.