Positief advies Nitraatcomité
Afgelopen vrijdag 15 september heeft het Nitraatcomité positief advies uitgebracht over de conceptderogatiebeschikking voor Nederland. De Europese Commissie zal de conceptderogatiebeschikking conform het voorstel gaan vaststellen. Dit gaat naar verwachting nog een aantal weken duren. Helaas wordt de beschikking tot die tijd als vertrouwelijk behandeld en pas openbaar gemaakt nadat de Europese Commissie de beschikking heeft vastgesteld.
Het ministerie van LNV meldt daarover het volgende:
“De gedetailleerde inhoud van de conceptderogatiebeschikking is vertrouwelijk totdat de Europese Commissie (hierna: EC) de beschikking heeft vastgesteld en bekendgemaakt. Dat betekent dat de inhoud nu niet voor een ieder openbaar kan worden. De EC is van mening dat openbaarmaking het besluitvormingsproces van de EC ernstig zou ondermijnen (artikel 4, derde lid, Eurowob).”
Zie ook dit eerdere intranetbericht over de hoofdlijnen van de conceptderogatiebeschikking.
Beantwoording Kamervragen derogatie
Naar aanleiding van de Kamerbrief van 5 september jl. over de hoofdlijnen van de conceptderogatiebeschikking (zie ) zijn er diverse Kamervragen gesteld. Deze vragen zijn inmiddels beantwoord. Onderstaand enkele hoofdpunten uit die beantwoording:
- door het afbouwpad van de derogatie staan derogatiedeelnemers al sneller voor een transitieopgave. Er wordt bekeken of en hoe dit in de gebiedsprocessen en in de gebiedsprogramma’s nader kan worden geconcretiseerd, zodat er maatwerk per gebied kan worden geleverd;
- de hoogte van de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat bepalen de mogelijkheden die een agrariër heeft in het toepassen van kunstmest. Deze normen mogen niet overschreden worden. In het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn is een evaluatie van de stikstofgebruiksnormen voorzien en in de nog aan te wijzen verontreinigde gebieden (zie ook laatste bullet) wordt een verlaging van de stikstofgebruiksnormen verplicht vanaf 2025;
- met de transitietegemoetkomingsregeling wordt deelname aan derogatie (tot en met 2025) gestimuleerd, om te voorkomen dat grasland door bedrijven wordt omgezet in bouwland. Deze regeling wordt opgezet voor alle deelnemers aan derogatie die ook in 2021 deelnamen. In de tegemoetkoming wordt rekening gehouden met de mate van afbouw van de derogatie en de daarmee gemoeide extra kosten die deze bedrijven in verontreinigde gebieden door een snellere afbouw van derogatie moeten maken voor mestafvoer;
- de hoogte van de mestproductieplafonds, uitgedrukt in kg stikstof en fosfaat, is vastgelegd in de Meststoffenwet. Deze komen op dit moment overeen met de productie van 2002. Via de productierechtenstelsels wordt gewaarborgd dat de mestproductie de mestproductieplafonds niet overschrijdt. In de derogatiebeschikking zijn alle voorwaarden voor derogatieverlening, waaronder de details over de bijstelling van de mestproductieplafonds, uitgewerkt;
- de derogatiebeschikking is echter nog vertrouwelijk en wordt pas openbaar gemaakt nadat de Europese Commissie de beschikking heeft vastgesteld. Dit kan nog weken duren;
- de derogatiebeschikking bevat óók enkele aanvullende voorwaarden die voor alle landbouwbedrijven gaan gelden, maar welke voorwaarden dat zijn, is nog niet duidelijk;
- dit najaar wordt er een wetsvoorstel voor een grondgebonden melk- en rundveehouderij in consultatie gebracht. Bij de uitwerking van grondgebondenheid zullen de gevolgen van de afbouw van de derogatie worden betrokken;
- Nederland moet per 1 januari 2023 ‘verontreinigde gebieden‘ aanwijzen. Naar verwachting gaat het dan in ieder geval om het centrale en zuidelijke zandgebied en het lössgebied. In deze gebieden moet de derogatie sneller afgebouwd worden, zie onderstaande tabel:
Onderstaand de volledige Kamerbrief met beantwoording: