Eind juli heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de simulatietool voor de eco-regeling online beschikbaar gemaakt voor alle boeren in Nederland. Deze eco-regeling is een nieuw instrument dat onderdeel is van het nieuwe GLB-NSP dat per januari 2023 in werking treedt. Zie deze website van RVO voor de tool. Deze simulatietool geeft echter een vertekend (te positief) beeld; hieronder staat uitgelegd waarom.
Waarschuwing bij het gebruik van simulatietool
Zoals gezegd, geeft de online versie van de simulatietool voor de eco-regeling helaas een vertekend beeld. In deze online versie ontbreken namelijk 2 essentiële onderdelen van de eco-regeling die van doorslaggevend belang zijn bij het bepalen van je score, namelijk:
(1) de regionale differentiatie: de waarde die je kunt scoren met een eco-activiteit verschilt al naar gelang of je in regio 1 (zand) zit of in regio 2 (klei/overig). In deze online tool wordt echter alléén gerekend met de waarden van regio 2;
(2) de link met GLMC8 (de verplichting om 4% van je bouwland niet-productief in te zetten): als je niet-productief areaal opgeeft in de eco-regeling en datzelfde areaal óók wilt inzetten om te voldoen aan GLMC8, dan wordt de waarde van die eco-activiteit(en) in de eco-regeling niet meegeteld. In deze versie van de tool wordt die waarde echter wél meegerekend, omdat de link met GLMC8 uit deze tool gehaald is.
Als gevolg hiervan geeft deze simulatietool een vertekend – te positief – beeld qua behaalde waarde (in €), en dus ook van de (potentieel) te behalen eco-premie. De behaalde waarde komt in deze versie van de tool hoger uit dan hij in werkelijkheid is, en dat geldt nog meer voor bedrijven op zand. Bedrijven op zand moeten namelijk – vanwege het 7e Actieprogramma Nitraat – aan méér eisen voldoen. Daarom scoort eco-activiteit ‘groenbedekking’ €0 als je in regio 1 (zand) zit, terwijl dezelfde eco-activiteit in regio 2 (klei/overig) €440 scoort. Aangezien de tool alleen de waarden van regio 2 meetelt, is de tool voor bedrijven op zand per definitie niet kloppend.
Verschil in bruikbaarheid simulatietool tussen veehouders en akkerbouwers
In algemene zin is deze uitgeklede versie van de simulatietool accurater voor veehouders dan voor akkerbouwers, omdat er geen regionaal verschil zit tussen de waarden van de verschillende veehouderijgerelateerde activiteiten. Voor veehouderijen die vrijgesteld zijn van GLMC8, oftewel bedrijven met met meer dan 75% gras (en/of kruidachtige/vlinderbloemige gewassen en/of braak), is de tool het meest accuraat. Voor veehouderijen met minder dan 75% gras (en/of etc) geldt dat zij – op hun areaal bouwland – moeten voldoen aan GLMC8 en dat maakt deze versie van de tool weer wat minder bruikbaar.
Sloten als niet-productief areaal
Overigens: als een bedrijf voldoende sloten in beheer of eigendom heeft om te kunnen voldoen aan de eis van 4% niet-productief, dan speelt die link met GLMC8 in de tool een veel minder doorslaggevende rol in de score qua waarde. Desalniettemin kan de ontbrekende regionale differentiatie bij bedrijven op zand dan nog steeds een substantiële afwijking veroorzaken qua gerealiseerde waarde.
UPDATE: het ziet er naar uit dat er in 2023 tijdelijk mag worden afgeweken van de eisen uit GLMC7 (gewasrotatie) en GLMC8 (niet-productief areaal), zie ook dit bericht. Het ministerie van LNV heeft aangegeven gebruik te willen maken van die mogelijkheid; alleen is het nog even de vraag welke gevolgen dat heeft voor de eco-regeling en het ANLb. Daar moet nog opheldering over komen vanuit de Europese Commissie.